Lodewijk Wolff
Te lezen in
Mallen – Dwangposities
“Voor kinderen is doodgaan niet erg. En je hoeft ook niet dood te gaan. Je klimt gewoon in een boom. Als je valt, ga je dood en kom je in de hemel. Als je niet valt blijf je leven en dan gaan we samen Peter uitlachen.”
Acht dagen heeft hij niet gegeten, zo graag wil hij deze biografie schrijven. Hij wil dat archief nu meteen in dat tuinhuis hebben. Hij denkt: als Van Bers de kans krijgt om nog iets achterover te drukken, dan doet hij dat. Hij ziet het schrijven van een biografie als een bloedige strijd tussen de biograaf en zijn onderwerp, zeker nu het onderwerp nog in leven is. Daarbij, zegt hij, is het zo dat de biograaf het in zijn eentje opneemt tegen niet alleen zijn onderwerp maar ook tegen zijn naasten, die allemaal zo hun eigen belang hebben. Het is die ene waarheid van de biograaf die het moet opnemen tegen miljoenen leugens. Zegt Lodewijk.
Wat moet je pakken? Ze ritste de slaapzak van Lodewijk open en legde haar hand op zijn kruis. Sorry, maar ik val op mannen, zei Lodewijk. Dat geeft niet, zei Vuur. Ik val ook op mannen. Ze kroop in de slaapzak. Ik voel iets in mijn vrouwenhand. Een vrouwenhand is gauw gevuld.