Wies Beekman
Te lezen in
Als er iemand in de positie was om spoed te eisen, dan was het mijn moeder. Maar mijn moeder eiste niets. Ze doorstond de pijn als Winnetou aan de martelpaal.
Een deur sloeg open, een verpleegster stak ons een hand toe.
“Er komt zo een dokter,” zei ze.
“Zo,” zei mijn moeder. “Dat is niet niks.”
Mijn moeder is altijd licht gegeneerd als iemand iets voor haar doet. Ze doet het liefst zelf iets voor een ander. De tragiek van haar ouderdom is dat ze bijna niets meer voor een ander kan doen.