Jacob Duivenvoorde


Te lezen in

Zwarte ogen

Louis moest een bedankje stamelen van zijn moeder, maar hij was sprakeloos… van bewondering voor het vakmanschap van de grafkistenmaker, maar meer nog omdat hij zag hoeveel tijd het Jacob moest hebben gekost om dit te maken… was hij al die moeite waard? Hij hoorde wel van andere jongens die veel bij Jacob kwamen dat hij boomhutten voor hun maakte of honkbalknuppels… niets was deze man te veel en nu had hij voor hem dit stratego-spel gemaakt.

“Ik was vroeger gek op verkenners, en nog gekker was ik op de spion van mijn tegenstander, altijd was ik op zoek naar de spion en het was maar zelden dat ik hem vond. Het verlangen naar de spion is eigenlijk nooit overgegaan, mijn hele leven ben ik een zoekende verkenner geweest. Iedereen is jaloers op mij: jij bent vrij, Jacob Duivenvoorde, jij kan gaan en staan waar je wil, jou nemen ze niet te grazen. En ik dartel over het speelveld van het leven, ik ga naast maarschalken staan, naast bommen. Ze durven me niet te slaan of ze krijgen me niet te pakken. Maar die spion, Louis, die spion… die heb ik nog niet.”

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven