Jari Juffermans

Te lezen in

“Ik had op school een driftbui gehad. Het was tijdens de gymles. Ik haat gym. Zinloos, waardeloos en nutteloos. Je hangt je kleren op een haakje en je trekt je gymkleren aan. Dan gaat iedereen door elkaar lopen en aan het eind trek je je kleren weer aan. Het heeft totaal geen nut. Echt niet. Ik ben blij als het voorbij is. Maar als het voorbij is gaan ze zitten klieren. Dan trekken ze m’n kleren van het haakje of zo en ze beginnen ermee te gooien. Dan word ik echt pissed. Dan moeten ze snel m’n kleren teruggeven.”

Vroeger kwamen er altijd meisjes naar hem toe. Meester, ze pesten Jari. Meester, Jari heeft me geknepen. Waar Jari was, was onrust. Slachtoffer en dader. Niet te beschermen en niet te sturen. Breekbaar en ongenaakbaar. Heeft ooit eens een paar dagen als verstekeling bij meester Seffens op zolder gehuisd. Nooit is de bovenmeester erachter gekomen waarom hij dat deed. Het ergste was dat niemand hem had gemist. Op school dachten ze dat hij ziek was. Zijn vader was in Frankrijk, zijn moeder dacht dat hij bij oma was.