Zwarte ogen (2003)

Maya Undina Herrera is een adoptiekind en Louis Ducrot is de zwakbegaafde zoon van een professor. Ieder op hun eigen manier ontworteld.

Hun lotsverbondenheid leidt na sprookjesachtige verwikkelingen tot een fatale liefde.

Het boek bestrijkt 11 jaar: het begint bij Tour de France van 1989 (de acht seconden van Fignon) en eindigt bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2000 (de vlinderbiljetten van Florida). Een roman over kleine verschillen met grote gevolgen.

Het boek kwam op de longlist van AKO 2003 en Libris 2004, en verdiende een nominatie voor de Gerard Walschap literatuurprijs 2004.


Personages


Spelling


Kritiek

“Wat ik las was zo verrassend dat ik geen zin wou missen.” Piet Grijs

“Boontje in de Bollenstreek.” Wim Vogel

“Timmers roman ritselt van de verwijzingen naar de Vlaamse meester.” Onno Blom

“Timmer houdt er in dit boek van allerlei sterk contrasterende milieus bij elkaar te brengen.” Kees ‘t Hart

“Het effect is van een merkwaardige vervreemding die ik niet zo één twee drie bij andere schrijvers zou kunnen aanwijzen.” Robert Anker

“Het boek gaat met jeugdige oppervlakkigheid langs alles heen, zoals Grunberg oppervlakkig langs alles heen gaat.” Henk Matthezing

“Aan adoptie, redding, dood en leven dus geen gebrek in deze roman.” Kees ‘t Hart

“Timmer wil met deze roman veel te veel.” Wim Vogel

“Maar wat heet gewoon, vraag je je onwillekeurig af, terwijl Timmer onverstoorbaar zijn verhaal vertelt, alsof alles volstrekt vanzelfspreekt.” Arnold Heumakers

“Dat verleent Zwarte ogen het cachet van het genre dat in de filmbusiness een ‘feel good movie’ heet. Alleen al om die reden zou je een cineast die om een goed script verlegen zit deze roman van harte willen aanbevelen.” Jaap Goedegebuure

“Een roman die zich laat betreden en genieten als de speeltuin voor een kind tijdens dat ene geslaagde schoolreisje.” Jaap Goedegebuure

“De dood is onbegrijpelijk en aards, sprookjesachtig en banaal, onbevattelijk en desondanks, heel af en toe, te vatten in een goede roman. Dat heeft Ernst Timmer in Zwarte ogen overtuigend laten zien.” Onno Blom

“Het boek had ook De grafkast kunnen heten.” Robert Anker

“De stijl was zo bijzonder dat ik geen woord wou missen.” Piet Grijs


Lees ook

  • Louis Paul Boon: Vergeten straat en De paradijsvogel
  • Alexander Poesjkin: Roessalka
  • Gerard Reve: De onbruikbaarheid van de werkelijkheid

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven